In de afstudeerfase werk je zelfstandig als docent en maker en onderzoek je jouw artistieke en pedagogisch-didactische visie. Je ontwikkelt je dansvaardigheid door regelmatig te trainen. Je formuleert een persoonlijk artistiek- en pedagogisch-didactisch onderzoeksthema. Je schrijft visiedocumenten, ontwikkelt een projectplan voor een community dans project met non-professionals en maakt een afstudeerdossier waarin je, al dan niet met behulp van audiovisuele middelen, jouw visie op - en verhouding tot - het dansvak en de beroepspraktijk verwoordt en verbeeldt.
In de afstudeerfase is er, naast de verplichte stageopdrachten in het voortgezet onderwijs, bij een maatschappelijke instelling en een choreografisch project, ruimte voor individueel ingevulde stages. Studenten stellen een individueel programma samen uit het aanbod van stagelessen, workshops, cursussen en projecten in het danswerkveld, zowel bij particuliere dansscholen, instellingen voor kunst en cultuur, jeugdtheaterscholen, educatieve diensten van dansgezelschappen als in het basis- en/of voortgezet onderwijs of op een mbo-school. Je bent zelf verantwoordelijk voor het vinden van stageplaatsen.
Programmaonderdelen afstudeerfase:
Physical practice / danstraining
- Trainingsprogramma vierdejaar
- Vrije keuze
Artistic research / artistiek onderzoek
Individual research
Artistic Practice
Choreography project 4
Community Practice
- Stage voortgezet onderwijs
- Maatschappelijke stage
- Individual internships
Academic Practice
- Pedagogisch-didactisch onderzoek en essay
- Artistiek onderzoek en essay
- Ondernemendheid / projectplan
- Afstudeer- en stagedossier
Vrije studieruimte
Physical practice, artistic research, artistic practice of academic practice
Aanvullend onderwijs
- Studievoortgangsbegeleiding
- Pop-coaching