De Academie voor Theater en Dans wordt aangestuurd door één directeur die eindverantwoordelijk is voor de gehele organisatie: voor zowel het artistieke als het zakelijk organisatorische beleid en de resultaten.
De verantwoordelijkheid voor de kwaliteit en ontwikkeling van het onderwijs heeft hij gedelegeerd naar de artistiek leiders van de verschillende opleidingen. Hij rapporteert periodiek aan het College van Bestuur, wordt ondersteund door het Team Bedrijfsvoering, Team Onderwijsbeleid en Studentenwelzijn, en is voorzitter van het Academiebestuur.

De opleidingen zijn ingedeeld in drie domeinen: Dans, Theater en Masters (DAS):

  • Dans: Nationale Balletacademie (NBA), Associate degree Klassiek Ballet, School voor Nieuwe Dansontwikkeling (SNDO), Docent Dans (DD), Expanded Contemporary Dance (ECD).
  • Theater: Amsterdamse Toneelschool & Kleinkunstacademie (ATKA), Mime, Regie, Theaterdocent (met ook een verkorte variant), Scenografie, Design en Technologie (D&T), Productie Podiumkunsten (OPP) en de Associate degree Technische productie.
  • Masters: DAS Theater, DAS Choreografie en Das Creative Producing. Dit domein is gesitueerd in DAS Graduate School, waarvan ook het lectoraat Performing arts in transition en onderzoek deel uitmaakt.

De artistiek leiders overleggen in de domeinen over het artistieke beleid, het onderwijsbeleid en de lopende zaken binnen hun domein (maar soms ook domein overstijgend): met elkaar, de directeur en de beleidsmedewerkers.

Het Academiebestuur komt circa vijf keer per jaar bijeen en bestaat uit de directeur, de lector, het hoofd financiële bedrijfsvoering, vertegenwoordigers van de opleidingen (twee per domein), vertegenwoordigers van het team bedrijfsvoering (twee) en de faculteitssecretaris. In het Academiebestuur worden besluiten genomen die richtinggevend en kader stellend zijn voor het beleid van de hele academie.

De directeur vergadert periodiek met de directeuren van andere faculteiten en het College van Bestuur in het Strategisch Overleg AHK en met een vertegenwoordiging van docenten en studenten in de medezeggenschapsorganen: de Academieraad en de Opleidingscommissies per domein.

Daarnaast overlegt hij regelmatig met de directeuren van de collega-opleidingen in Nederland in het Netwerk Theater en het Netwerk Dans en het overleg van de kunstvakdocentenopleidingen (KVDO) en met vertegenwoordigers uit het werkveld (in de Commissie van Advies).

 

Delen