De Academie voor Theater en Dans (ATD) heeft in het toetsbeleid en -systeem een ​​duidelijke visie op evaluatie beschreven. Het beoordelingssysteem van de BA Docent Klassiek Ballet sluit aan bij dit beleid en werkt met de competenties en gedragsindicatoren/criteria die landelijk door de gezamenlijke dansopleidingen worden vastgesteld.
De beoordeling van de ontwikkeling van leerlingen is niet in normatieve regels vast te leggen. Elke student werkt in een andere omgeving, heeft andere talenten en ambities. Daarom wordt er bij het assessment eerst gekeken naar hoe de student zich heeft ontwikkeld in relatie tot zichzelf en naar de persoonlijke doelen in relatie tot de eindkwalificaties van de opleiding. De eindkwalificaties (competenties) van de opleiding geven een algemeen kader voor de eisen die aan de balletdocent worden gesteld. De student die het hele scala aan vakkennis, vaardigheden en attitudes beheerst en weet te vertalen naar de eigen beroepspraktijk, heeft een uitstekende kans op blijvend succes. Omdat de beoordeling van de ontwikkeling van een student altijd subjectief is en er geen eenduidige maatstaven zijn waarmee de ontwikkeling van de student getoetst kan worden, kiest de opleiding voor een integrale beoordeling. De artistiek leider, het kernteam en de docenten beoordelen gezamenlijk, intersubjectief en integraal de totale ontwikkeling van de student gedurende het semester. In het integraal beoordelingsgesprek worden alle individuele vakken en opdrachten vakoverschrijdend besproken en wordt het continue leerproces dat de student doorloopt geëvalueerd. Inzet, werkhouding, ontwikkeling en lerend vermogen zijn belangrijke elementen en vormen de basis voor het ontwikkelen van competenties. De uitkomst van de bijeenkomst en de te ontwikkelen competenties in het volgende semester worden met de student besproken. Dit stimuleert de student om zich te ontwikkelen in het licht van de competenties van de opleiding en om zijn persoonlijke talenten en ambities tot bloei te laten komen.

Voorafgaand aan het integraal beoordelingsgesprek worden alle individuele beoordelingen verzameld door de artistiek leider, die tijdens het gesprek als voorzitter optreedt, zodat er zicht is op de integrale ontwikkeling van de student. Met andere woorden: de beoordeling van het eindproduct wordt geplaatst in de context van de ontwikkeling en het persoonlijk onderzoek van de student. De beoordelingscommissie kent geen cijfers toe, maar geeft een beschrijvend oordeel in de vorm van feedback, waarbij de beoordeling van de groei van de student ten opzichte van de voorgaande periode centraal staat. In het beoordelingsgesprek beoordelen de docenten gezamenlijk of deze groei voldoende of onvoldoende is en daarmee of het semester is afgerond. Bij een positieve beoordeling worden 20 studiepunten (EC's) toegekend voor participatie en 10 EC's voor groei en ontwikkeling.
Daarnaast krijgt de student naar aanleiding van het assessment advies over de vervolgstappen (feed forward). Indien nodig kan de student voorafgaand aan het behalen van de ECTS-credits een extra opdracht krijgen.
Van de integrale beoordeling wordt per student verslag gedaan, waarin ook de gemaakte afspraken in de vorm van persoonlijke leerdoelen en aandachtspunten zijn opgenomen. Bij de volgende toetsing speelt de voortgang in het behalen van deze individuele leerdoelen een belangrijke rol, waarna bijsturing plaatsvindt en de toetscyclus wordt herhaald.

De dansopleidingen van de Academie voor Theater en Dans hanteren een studielaststelsel dat overeenkomt met het European Credit Transfer System (ECTS). Een voltijdse BA-opleiding van 240 studiepunten (EC) komt overeen met 1680 uur studie per jaar, in een combinatie van begeleid en zelfstandig leren. Het aantal toegekende studiepunten wordt ingevoerd in het digitale studie-informatiesysteem van Educator.

Delen