December
Het eerste semester werken de tweedejaars- en derdejaarsstudenten in gemixte door hen, op basis van plannen, gekozen groepen.Ze werken deze periode aan prestaties, waarin zelf maken en co-creatie wordt geoefend. Uit de oogst van projecten wordt de december voorstelling van UC(JMD) samengesteld.De werkprocessen worden met de groepen na afloop besproken. Feedback en reflectie op door student gekozen leer- en ontwikkelingslijnen wordt gevraagd. Ook wordt de prestatie weergegeven in een digitaal ontworpen, proces ondersteunende leeromgeving. Theoretische studie wordt ook door de student aan de prestatie gekoppeld en weergegeven in een digitaal studie-portfolio.
April
In het tweede semester wordt er door de studenten gewerkt aan prestaties. Buiten dat is er een “tweedejaars project”. In dit project wordt expliciet gewerkt aan bewustwording van creatieprocessen, co-creatie rollen, improvisatietechnieken en gedurende dit project staat onderzoek naar de kern van performance kwaliteiten, centraal. Naast prestaties van de studenten, eindigt deze creatie met de tweedejaarsstudenten in de april voorstelling van de opleiding. Feedback en reflectie op door student gekozen leer- en ontwikkelingslijnenwordt gevraagd. Ook de leerlijnen improvisatie en co-creatie komen in de reflecties aan bod. De prestatie wordt weergegeven in een digitaal ontworpen, proces ondersteunende leeromgeving. Theoretische studie wordt ook door de student aan de prestatie gekoppeld en weergegeven in een digitaal studie-portfolio.
Juni
In het laatste semester nodigt de opleiding 4-5 choreografen/makers uit om met de studenten stukken te maken voor de jaar afrondende voorstelling: End-of-Year-Performance van de UC (JMD) opleiding. In dit semester staat het werkveld centraal. De choreografen/makers kiezen zelf de studenten met wie ze willen werken. De studenten doen auditie voor hen. Deze maakprocessen hebben het karakter van co-creëren. Na de voorstelling wordt de choreografen/makers gevraagd een korte reflectie te schrijven op de leerlijn co-creëren over zijn/haar ervaring met de studenten afzonderlijk. Deze informatie geldt als input voor de assessment vergaderingen van de studenten in juni. Theoretische studie wordt ook door de student aan de prestatie gekoppeld en weergegeven in een digitaal studie-portfolio.