Titel van de cursus
Klassiek ballet

Naam van de docent/begeleider
Nathalie Caris, Grigori Tchitcherine, Ernst Meisner, Ainara Gracia Navarro

Periode, duur, studielast
BA 2/3, 3 jaar, 6 lessen van 1 uur 45 minuten per week

Bijdrage aan de competenties
1. 1. Creatief vermogen
2. 2. Vakmanschap
3. 3. Onderzoeks- en reflectievermogen
4. 4. Vermogen om te groeien en zich te ontwikkelen
7. 7. Vermogen tot samenwerking

Korte samenvatting van de inhoud
De student bouwt voort op de klassieke ballettechniek die in de Vooropleiding wordt aangeleerd. In BA1 wordt het idioom uitgebreider en gecompliceerder. De student leert het in de vooropleiding verworven idioom te perfectioneren en te verbinden. 
Dagelijks wordt een half uur gewerkt aan de barre-techniek, gevolgd door het perfectioneren van het allegro- en adagiowerk in het centrum. Muzikaliteit, coördinatie, dansgevoel, springvermogen en draaitechniek moeten samenkomen. De student wordt zich bewust van zijn eigen lichaam en vaardigheden en beheerst de klassieke techniek tot een niveau dat corps de ballet en solisten in staat stelt om in het avondvullende klassieke ballet te werken. De student is ook in staat om te begrijpen hoe hij zijn klassieke techniek kan gebruiken om hedendaags werk te dansen en om te werken met choreografen. 
Bovendien bouwt de student in BA2 en BA3 voort op een persoonlijk begrip van zijn eigen lichaam en techniek en is hij in staat om een hele les goed uit te voeren en zichzelf te corrigeren zonder al te veel correcties van de docent. De jongens leggen de nadruk op springvermogen en draaitechnieken. Pointwerk is belangrijk voor de meisjes; zij zijn in staat om een hele les op spitzen te doen.

Concrete leerdoelen
De student:

  • Beheert de klassieke basistechnieken.
  • Laat zien dat hij/zij alle klassieke basistechnieken onder de knie heeft aan de barre en in het centrum
  • kan dansen op spitzen gedurende een gehele les (meisjes).
  • toont het vermogen om zijn eigen techniek te corrigeren en is in staat om complexe combinaties op een muzikale en gecoördineerde manier uit te voeren, met gebruik van de juiste port de bras.
  • is in staat om zijn/haar klassieke techniek op hoog niveau in het klassieke repertoire te gebruiken en kan de kloof tussen de klassieke les en het repertoire overbruggen.

Gebruikte methode(n)
Opdrachten, training, instructie / lezing,

Gebruikt studiemateriaal (vakliteratuur, cases, opdrachten, video's, etc.)
Geen

Beoordelingsmethode
Evaluatie en feedback op basis van permanente feedback en instructies (op de werkvloer), op basis van de uitvoering van de opdracht(en) / presentatie / examenles

Beoordelingscriteria
1) 1, 2, 3, 4, 5
2) 1, 2, 3, 5, 6
3) 1, 2, 3, 4
4) 1, 2
7) 1, 2, 3, 4

Opmerkingen 
Gekoppeld aan de Male Technique en spitzenlessen en goed toe te passen in alle andere lessen zoals repertoire en variaties.
 

Delen