De opleiding ziet de docent dans als docent, dansmaker en coach.
De docent/dansmaker en coach stimuleert een creatieve en onderzoekende leerhouding. Hij is in staat heldere en inspirerende thema’s voor lessen en projecten voor te stellen. Hij weet een didactische structuur aan te brengen in lessen en repetities die amateurs inspireren tot een zelfstandige invulling en fysieke ontwikkeling. Hij heeft inzicht in theatervormgeving en kan multidisciplinair werken.
De dansmaker en coach inspireert amateurs en onderzoekt danstheater vanuit verschillende invalshoeken en dansvormen. Hierbij gaat hij in op actuele ontwikkelingen in de dynamische beroepspraktijk en is hij in staat zijn doelen, benaderingswijzen, werkwijzen en werkvormen af te stemmen op verschillende groepen en culturele achtergronden. Het streven is uiteindelijk geëngageerd danstheater te maken in de breedste zin van het woord en door middel van inspirerende dansproducties voor amateurs en educatieve projecten de publieksdeelname aan het danstheater te vergroten.

Identiteit
Het ontwikkelen van een identiteit als danskunstenaar is een belangrijk uitgangspunt van de opleiding Docent Dans. De opleiding daagt de student uit te onderzoeken wat zijn identiteit is in relatie tot de geschiedenis van de wereld, sociale- en theaterdans en choreografie. Op welke wijze vormt hij zijn identiteit als danser? Welke tradities, invalshoeken en dansvormen inspireren hem? Naast lessen en onderzoek in de dansgeschiedenis ontwikkelt hij eveneens werk als maker/choreograaf. Studenten doen verslag van hun onderzoek en ontwikkelingen in een portfolio.
Hedendaagse danstheoretische inzichten, onderzoeken en thema’s dagen studenten uit hun visie op dans te expliciteren. Op welke wijze reflecteert dans waarden en normen van een bepaalde cultuur en samenleving? Op welke wijze is dans een uitdrukking van hun eigen etnische-, gender- of individuele identiteit?
Identiteit is daarnaast een belangrijk thema ter voorbereiding van de lessen in het Voortgezet Onderwijs. Een belangrijke vraag is dan op welke wijze de docent een brug slaat tussen zijn eigen visie en opvattingen en de artistieke praktijk van jongeren in de hedendaagse grootstedelijke samenleving?’ Ter voorbereiding van de lessen in het VO onderwijs maken studenten een ontdekkingsreis door de stad en ontmoeten zij jongeren in de praktijk van hun kunstbeoefening (Stadsroute).

Diversiteit

Dans is een uitgesproken transcultureel kunstvak. De vermenging en verstrengeling van dansvormen en tradities is een vanzelfsprekend gegeven in de dansgeschiedenis. Mensen kunnen elkaar in dans op een directe en speelse manier inspireren, uitdagen, verleiden, sturen, disciplineren en ontwikkelen. Iedere dans is een ontmoeting met een ander waarin nieuwe dans- en communicatievormen ontstaan.
Dans is tegelijkertijd een uitdrukking van (soms strenge) opvattingen over schoonheid en esthetiek van een bepaalde samenleving. De opleiding biedt een programma waarin de student een divers palet aan dansvormen kan onderzoeken en ontwikkelen. Een doorlopende lijn door het jaarprogramma is de Multiple Body module waarin transculturaliteit in al haar facetten centraal staat. Voor de Multiple Body module werkt de opleiding samen met Don’t Hit Mama, de École des Sables (Senegal) en onderzoekster Fumni Adewole.

Wereldburgerschap
De hedendaagse danser/docent/docerende dansmaker is een wereldburger die open staat voor interactie en en ontmoeting. Hedendaagse docenten kunnen verbindingen maken tussen verschillende danstradities, opvattingen en overtuigingen in de hedendaagse grootstedelijke omgeving. Tijdens hun opleiding ontwikkelt de student zich als danser, docent en maker. Dit zijn drie trajecten die hij in de eindfase van de studie verbindt in de praktijk. Tijdens de opleiding worden studenten uitgedaagd verschillende invalshoeken te verbinden tot een persoonlijke opvatting over het dansdocentschap.

Het binnen- en buitenschoolse werkveld
Het beroep van dansdocent in het binnen- en buitenschoolse werkveld is uitdagend, veeleisend en veelzijdig. De verscheidenheid aan groepen en cultuerele identiteiten in de grootstedelijke samenleving is groot. Iedere overdrachtsituatie vraagt van een docent zich te verbinden met de groep. Verbinden doet aanspraak op het vermogen flexibel te zijn en te streven naar gezamenlijkheid en collectiviteit.
Het binnenschoolse werkveld is een bijzondere uitdaging. Op welke wijze ontwikkelt de docent in de dansles de algemene eindtermen voor het onderwijs? Op welke wijze kan dans bijdragen aan de ontwikkeling van algemene competenties als sociale vaardigheden, samenwerken en presentatie? Hoeveel aandacht heeft de docent voor het individu in het collectief? Door te dansen krijgen leerlingen immers een kans zichzelf in de groep te tonen, terwijl zij zich tegelijkertijd als deel van het collectief constructief moeten opstellen.

Delen