Studiejaar en -duur
AD1 en AD2 

Studielast (wekelijks)
Gemiddeld: 2x 90 minuten (klassiek repertoire) en 2x 75 min (neo-klassiek en hedendaags balletrepertoire)

Bouwt deze competenties op
1. Creatieve vaardigheden
2. Technische vaardigheden
3. Probleemoplossende vaardigheden
4. Communicatieve vaardigheden
5. Capaciteit voor groei en innovatie
6. Samenwerkingsvaardigheden

Inhoud van de cursus
In de repertoireles leert de student repertoire uit de beroepspraktijk, eventueel gekoppeld aan de Variation en Pas de Deux lessen. De nadruk ligt waar mogelijk op repertoire van Het Nationale Ballet en bestaat uit delen van avondvullende klassieke balletten en hedendaags/20e-eeuws repertoire. 

Van de student wordt verwacht dat hij inzicht ontwikkelt in het werken binnen de context van een dansensemble door het instuderen van een groepsdans of corps de ballet. 

De student leert onderscheid te maken tussen verschillende stijlen, begrijpt de oorsprong en achtergrond van klassieke balletten en is op de hoogte van versies gechoreografeerd door verschillende choreografen. Hij/zij mag ervoor kiezen om een andere versie dan die van Het Nationale Ballet te oefenen om de verschillen met andere versies aan te tonen. 

Tijdens de Repertoire lessen leert de student hoe samen te werken en deel uit te maken van een corps de ballet, en maakt hij/zij ook kennis met hoe een balletmeester/repetitor de balletten in de beroepspraktijk instudeert. Soms sluit een choreograaf aan bij de les om zijn/haar versie van een ballet uit het repertoire te oefenen/repeteren. 

Hedendaags repertoire omvat werk van choreografen als George Balanchine, William Forsythe, Hans van Manen, Rudi van Dantzig, Toer van Schayk, Ted Brandsen en David Dawson, Crystal Pite, Wayne McGregor en werk van jonge choreografen verbonden aan Het Nationale Ballet. Studenten kunnen ook repertoire leren van andere gezelschappen zoals Introdans, Scapino en NDT.

In deze lessen komen alle technische vaardigheden die zijn opgedaan in de lessen Klassiek en Pas de Deux weer samen en wordt van de student verwacht dat hij zijn klassieke vaardigheden toepast. 

Leerdoelen 
De student:
-Ontwikkelt kennis van belangrijk klassiek balletrepertoire, alsmede neoklassiek en modern repertoire van Het Nationale Ballet en andere gezelschappen en choreografen. 
-Is in staat om repertoirestukken onder druk te leren en is in staat om in korte tijd een reeks passen op te pikken.
-Laat zien dat hij/zij in staat is verbanden te leggen tussen de elementen die hij/zij in de lessen Klassiek Ballet heeft geleerd en kan toepassen in repertoire, en inzicht heeft in stijl en rol (karakter).
-Kan goed samenwerken in groepsverband en begrijpt hoe een corps de ballet groepsdansen repeteert.
-Toont een goed gevoel voor verschillende stijlen en ontwikkelt persoonlijkheid in dansstijlen.
-Is in staat om muzikale ritmes, coördinatie en het bijbehorende idioom te herkennen, te identificeren en actief te gebruiken.
-Heeft inzicht in het onderzoek naar verschillende versies van avondvullende balletten en is zich bewust van verschillende interpretaties door hedendaagse choreografen.
-Is een goede participerende danser in een ingestudeerd repertoirestuk en is in staat zichzelf te corrigeren met betrekking tot de techniek die is geleerd in de lessen Klassiek Ballet.

Werkvormen 
De student krijgt les in materiaal en repertoire in groepslessen, naast onderzoeksopdrachten naar verschillende uitvoeringen, choreografen en stijlen.

Studiemateriaal (vakliteratuur, casuïstiek, opdrachten, video's, etc.) 
Geen

Opdrachten
Gebruik zelfgestuurd onderzoek via internet en dvd's om repertoiregerelateerde kennis te verwerven over verschillende versies van de klassieke balletten, en verbind deze kennis met muziek- en dansgeschiedenis. 

Evaluatiemethode
Evaluatie en feedback op basis van presentatie 

Beoordelingscriteria 
1) 1, 2, 3, 4, 5 
2) 1, 2, 3, 4, 5, 6
3) 1, 2, 3, 4
4) 1
5) 1, 2, 3, 4, 5
6) 1, 2, 3 

Opmerkingen met betrekking tot de algemene context van het studieprogramma (bijv. aansluitende en sequentiële vereisten), of andere opmerkingen 
Sluit aan bij kennis opgedaan in de lessen Dansgeschiedenis en (in relatie tot de ontwikkeling van inzicht in verschillende stijlen en bijbehorende ritmes etc.) de lessen Muziektheorie.

 

Delen