Studiejaar en cursusduur 
AD 1 en AD 2 hele jaren

Studielast (wekelijks)
AD 1 = 5 x 1,75 uur
AD 2 = 5 x 1,75 uur
En meerdere zaterdagen

Bouwt deze competenties op
1. Creatieve vaardigheden
2. Technische vaardigheden
3. Probleemoplossende vaardigheden
4. Communicatieve vaardigheden
5. Capaciteit voor groei en innovatie
6. Samenwerkingsvaardigheden

Inhoud van de cursus 
In AD1 bouwt de student voort op de klassieke ballettechniek die hij/zij heeft geleerd in de vooropleiding, waarbij hij/zij een uitgebreider en complexer idioom verwerft naarmate hij/zij het geleerde verbindt en perfectioneert. Studenten besteden elke dag een half uur aan hun barre techniek, voordat ze werken aan het perfectioneren van hun allegro en adagio. 

De student combineert muzikaliteit, coördinatie, gevoel voor dans, sprong- en draaitechnieken, wordt zich steeds meer bewust van zijn eigen lichaam en mogelijkheden en beheerst de klassieke techniek op het niveau dat nodig is om corps de ballet- en solorollen in klassieke balletten uit te voeren. De student moet begrijpen hoe hij/zij zijn/haar klassieke techniek kan gebruiken in hedendaags werk en in staat zijn om samen te werken met choreografen. In AD2 ontwikkelt de student een persoonlijk begrip van zijn/haar eigen lichaam en techniek, in die mate dat hij/zij in staat is een hele les zonder veel correctie en door zelfcorrectie te voltooien. Voor de jongens ligt de nadruk op spring- en draaitechnieken. Bij de meisjes ligt de nadruk op spitzentechnieken en zij moeten deze technieken gedurende de hele les goed kunnen uitvoeren. 

Leerdoelen 
De student:
-beheerst de klassieke ballettechnieken.
-Beheerst de klassieke ballettechnieken aan de bar en in het midden.
-Kan een hele les op spitzen dansen (alleen meisjes).
-Toont het vermogen tot zelfcorrectie van de eigen techniek en het muzikaal en gecoördineerd uitvoeren van complexe combinaties met de juiste port de bras. 
- Is in staat om klassiek repertoire op hoog niveau uit te voeren en kan een brug slaan tussen wat geleerd is in de lessen Klassiek Ballet en Repertoire. 

Werkvormen
Opdrachten, training, instructie/lezingen.

Studiemateriaal (vakliteratuur, casuïstiek, opdrachten, video's, etc.) 
Geen 

Evaluatiemethode
Evaluatie en feedback op basis van doorlopende permanente feedback en aanwijzingen (op de vloer), en uitvoering van opdrachten/presentatie/examenklas. 

Beoordelingscriteria 
1) 1, 2, 3, 4, 5 
2) 1, 2, 3, 5, 6
3) 1, 2, 3, 4, 5
4) 1 
5) 1, 2, 3, 4, 5
6) 1, 2, 3

Opmerkingen met betrekking tot de algemene context van het studieprogramma (bijv. aansluitende en sequentiële vereisten), of andere opmerkingen 
Houdt verband met de lessen Mannelijke Techniek / Pointe en moet correct worden toegepast in alle andere lessen, inclusief Repertoire en Variatie.

Delen