Twee ontwikkelingen van de huidige muziektheater- en danspraktijk zijn van belang voor de opleiding Urban Contemporary (JMD).

Het begrip: Urbanjazz. Jazz zien we als een “fusion” van dansvormen, die voortdurend in ontwikkeling is en zijn oorsprong vindt in Afrikaanse ritmes en dans. Zijn inspiratie komt “van de straat” en uit zich tegenwoordig in vormen als house, breakdance, hiphop, locking, popping, wacking etc. De verzamelnaam is urban. Urbanjazz is een mengvorm van diverse, vaak zeer persoonlijke eigentijdse dansstijlen.

Binnen de podiumkunsten vervagen de grenzen tussen de verschillende disciplines en culturen. In toenemende mate is sprake van theatervoorstellingen, die een mengvorm zijn van dans, zang/muziek, spel, video/film, beeldende kunst en/of culturen. Veel hedendaagse dansgezelschappen laten zich inspireren door jazzy of urban invloeden. Halverwege de jaren tachtig is een groot (multicultureel) werkveld ontstaan waarin producties worden gemaakt met een belangrijke rol voor de ontwikkeling van jazz als kunstvorm. De vrije vertaling van inhoud en het ontstaan van meer onderzoekgerichte creatieprocessen van makers en performers samen, zou je kunnen zien als “jazzy” opkomst van de kracht van improvisatie. Dus niet langer alleen in de jazzmuziek maar ook in andere kunstvelden.

De opleiding Urban Contemporary (JMD) wil niet alleen een weerslag zijn van deze tijdgeest, maar ook, juist door middel van competentiegericht onderwijs, een laboratoriumfunctie vervullen. Ze sluit aan bij de bestaande ontwerpende beroepspraktijk van urban, contemporary dans- en muziektheaterproducties en streeft er daarnaast naar om deze op creatieve wijze te beïnvloeden. Het beroepenveld waarvoor de opleiding Urban Contemporary (JMD) opleidt, is buitengewoon breed: het bestrijkt zowel de contemporary dans, urban/jazzdans als muziektheatersector. De opleiding heeft hierdoor een unieke plaats in het hbo-onderwijs in Nederland. 

Er zijn meerdere verbindingen met het werkveld:

1. Uitwisseling & in-company workshops- bv. met Club Guy & Roni, Conny Janssen Danst

2. Connectie en uitwisseling met urban werkveld – bv. met Summer Dance Forever, ISH. Studenten participeren in projecten, battles, choreografieën of maken ze zelf.

3. Het “open market” principe- connectie vraag en aanbod vanuit het werkveld voor stagiaires en werkplekken voor studenten- is erg belangrijk. Dit leidt vaak tot audities in de opleiding door het werkveld, of een rechtstreekse vraag vanuit het werkveld aan de opleiding voor een of meer dansers.

4. Verbinding met het werkveld “muziektheater” is er via coördinator Ad van Dijk.

5. Tien weken per jaar is er in het curriculum concrete uitwisseling met gastdocenten uit het werkveld of met choreografen waarmee aan de eindvoorstelling wordt gewerkt.

Share