Het (theoretisch) kenniselement is verweven in de ochtenden en middagen. Kennisconstructie door de student staat hierbij centraal. De weergave van theoretische studie vindt plaats in een portfolio genaamd Me-Volution.
Portfolio
Met behulp van het digitaal ontwikkelingsportfolio Me-Volution reflecteren studenten continue op hun studievoortgang, monitoren ze hun maakprocessen en verzamelen ze competentiebewijsstukken. Elke student heeft een eigen account. Dit logboek vormt een persoonlijk procesverslag van leervorderingen, dat de student kan overleggen aan zijn tutoren, coaches en vakdocenten. Door deze individuele gang langs de leerdoelen, is er sprake van zelfsturing in studie. Het hele referentiekader moet na drie studiejaren zijn bestudeerd. De lijst van elementen, die minimaal in het portfolio moeten voorkomen na 4 studiejaren, is door de opleiding vastgesteld.
Het portfolio is een verzameling documenten, zoals video's, werk en gespreksverslagen, foto's, mindmaps, resultaten van prestaties en andere bewijzen van leerprocessen. Gedurende de studie groeit het portfolio voortdurend. Uiteindelijk zullen studenten uit het portfolio onderdelen kiezen die als competentiebewijzen (leerresultaten) aangevoerd kunnen worden tijdens de portfoliopresentatie in het derde jaar. Op grond van deze competentiebewijzen maakt de studenten duidelijk waarom hij vindt dat hij het diploma van de opleiding waard zal zijn. Het portfolio doet dus dienst als middel ter sturing en beoordeling. Uiteindelijk biedt de student het portfolio aan de beoordelingscommissie aan.
Studie is aan praktijk gekoppeld. De theorie en de praktijk van anatomie en blessurepreventie is gerelateerd aan en soms geïntegreerd in de technieklessen. Studenten doen n.a.v. hun prestaties ook theoretisch onderzoek (studie naar dans). Dit onderzoek wordt tijdens het eerste en tweede jaar van de studie gedocumenteerd in het digitale portfolio (MeVolution). In het derde jaar bundelen de studenten hun onderzoek tot een thesis en doen zij aan de hand van hun onderzoek een uitspraak over hoe ze ‘theater zien’ (leerlijn “van zien naar visie). Solfège, studie naar het vergroten van het muzikale gehoor (ritme en melodie) heeft de praktijk als uitgangspunt. Speltheorie verwijst naar kennis opgedaan bij voorstellingen of geanalyseerd bij de technieklessen.