De afgestudeerde is in staat tot effectieve interactie binnen een breed scala aan professionele contexten.
De afgestudeerde
1. communiceert doelgericht binnen een interdisciplinaire, interculturele en internationale werkomgeving.
2. kan de eigen artistieke, pedagogische en didactische identiteit (keuzes, ideeën, ambities en kwaliteiten) mondeling, schriftelijk en fysiek uitdrukken binnen en buiten het artistieke proces/praktijk van het lesgeven in klassiek ballet.
3. zoekt actief naar publiciteit en/of mogelijkheden voor verdere ontwikkeling van eigen werk.
4. komt op voor eigen professionele behoeften en waarden.