De studieprogramma’s van de opleidingen duren vier jaar, uitgezonderd dat van Theaterdocent Verkort en de Associate degree Technische Productie. Hoewel de curricula (studieprogramma’s) van de opleidingen inhoudelijk verschillen, hebben ze een gelijksoortig opbouw. Ze kennen allemaal een propedeusejaar en een hoofdfase. De propedeuse duurt een jaar en de hoofdfase in principe drie jaar.
De Associate degree heeft geen propedeusejaar en de hoofdfase duurt, net als bij Theaterdocent Verkort, maar een jaar. De laatste periode van de hoofdfase noemen we de afstudeerfase. Meestal begint deze vanaf het derde jaar en dat betekent dat er vanaf dat moment veel ruimte is voor specialisatie of differentiatie en stages.

Het propedeusejaar is voor jou als student een kennismaking met de school en het vak waarvoor je hebt gekozen. Anderzijds geeft het de opleiding ook de mogelijkheid om na te gaan of het beeld dat we van jou kregen tijdens de selectie ook in praktijk klopt. De vraag is of jij voor het goede beroepsperspectief hebt gekozen, terwijl de opleiding zich een beeld vormt over of jij dit beroep duurzaam kunt uitoefenen. Eventueel kun je nog, zonder al te veel tijdverlies, met de studie stoppen.
Je krijgt in het eerste jaar zicht op de inhoud van de diverse elementen die van belang zijn binnen het vakgebied, de mogelijkheid specifieke vaardigheden die daarbinnen vereist zijn te ontdekken en leert je eigen kwaliteiten en mogelijkheden kennen. Daarnaast moet je als student ook laten zien dat je leerbaar en ontwikkelbaar bent en over een geschikte mentaliteit beschikt. De opleidingen zijn mentaal en fysiek zwaar en dit vereist nogal wat van jouw inzet en passie. Kortom: kun en wil je dat aangaan is ook een belangrijke vraag.
Als je de propedeutische fase ‘haalt’ ontvang je een propedeuse certificaat en toegang tot de hoofdfase. Hiermee spreekt de opleiding haar vertrouwen uit dat jij als student geschikt wordt geacht voor het beroep en dat je de opleiding met succes zou moeten kunnen afmaken.

Het tweede jaar wordt in het algemeen nog gezien als een basisjaar. De inhoud van wat je in het eerste jaar hebt geleerd, wordt verder verdiept en uitgebreid. Vaak is meer plaats ingeruimd voor de praktische toepassing. 
Vanaf het derde jaar kun je specifieker ingaan op je eigen talent en belangstelling en wordt je zelfstandigheid verder ontwikkeld. Dit betekent dat, naast keuzen en verplichtingen aan vakken, er meer eigen projecten mogelijk zijn en er buitenschools een of meer stages kunnen worden gelopen. Naast een verdere verdieping, brengt het onderzoeken van en het reflecteren op je eigen keuzen en specialisaties, vaak ook een verbreding van het zicht op het beroep en het interdisciplinaire karakter van het kunstenaarschap met zich mee.
Aan het eind van derde jaar (of al eerder) besluit de commissie van examinatoren/ de docentenvergadering op grond van de behaalde resultaten in het onderwijsprogramma en het afstudeerplan of je kan worden toegelaten tot de afstudeerfase.

Toelating tot de afstudeerfase houdt in beginsel de mogelijkheid tot diplomering in.
Alle voortgangsbeoordelingen en eventuele extra opdrachten moeten in principe zijn afgerond. Je schrijft op basis van jouw ontwikkeling tot nog toe en jouw specialisatie(s) een afstudeerplan, waarin individuele keuzen binnen het onderwijsaanbod en de stages in de beroepspraktijk gemotiveerd en beargumenteerd worden. Dit plan wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de afstudeercommissie of commissie van examinatoren en doet dienst als een afstudeerovereenkomst tussen jou en de opleiding. Hierin is vastgelegd wat jij als student tijdens de laatste fase van je studie nog zal moeten doen om het diploma te behalen.

Aan het eind van het vierde jaar, moeten alle in de afstudeerplan opgenomen activiteiten met een voldoende zijn beoordeeld en moet je overtuigend hebben laten zien dat je zelfstandig met het vak kunt omgaan. De opleiding wordt afgerond met een eindgesprek waarin jouw prestaties, n.a.v. de uitvoering van jouw afstudeerplan in combinatie met het integraal behalen van de eindkwalificaties, worden gethematiseerd.


 

Delen