De afgestudeerde heeft het vermogen om zich blijvend te ontwikkelen en te verdiepen en levert hierdoor een bijdrage aan de ontwikkeling van het vakgebied en de maatschappij.

De afgestudeerde
1.   verkent, experimenteert en gebruikt bevindingen om de eigen artistieke en pedagogisch didactische praktijk verder te ontwikkelen.
2.   staat open voor ideeën en verwerft nieuwe kennis, inzichten en vaardigheden om zich verder te ontwikkelen.
3.   is constructief in de benadering van uiteenlopende beroepssituaties en veranderende omstandigheden.
4.   legt verbanden tussen culturele en maatschappelijke ontwikkelingen en expressie en zet deze bevindingen in om bij te dragen aan het eigen vakgebied en de maatschappij.

Delen