Docenten; Grigori Tchitcherine, Rinat Gizatulin, Ainara Garcia Navarro
Studiejaar, duur
AD1 en AD2 (volledig jaar)
Studielast (wekelijks)
2x 1,25 uur
Bijdrage aan de competenties
1. Creatief vermogen
2. Technisch vermogen
3. Probleemoplossend vermogen
4. Communicatief vermogen
5. Vermogen om te groeien en zich te ontwikkelen
6. Vermogen tot samenwerken
Korte samenvatting van de inhoud
De pas de deux lessen in het AD-programma bouwen voort op de cursus 'Supported Adage' uit de Vooropleiding.
In Supported Adage hebben de studenten de basisprincipes van partnering binnen het klassieke balletidioom geleerd. In de Pas de Deux lessen van AD1 wordt dit uitgebreid. De oefeningen worden moeilijker en de studenten leren hoge liften, zodra de mannen hiervoor voldoende kracht hebben ontwikkeld in de krachttrainingen.
In AD 1 richt de les zich vooral op het ontwikkelen van de techniek van partnering door middel van oefeningen en langere combinaties.
In de loop van AD 1 kan worden begonnen met het aanleren van bestaande pas de deux uit avondvullende klassieke balletten. De student leert zo de opgedane ervaring toe te passen in het bestaande repertoire en, net als in de variatie- en repertoireles, een link te leggen met het veld en te werken aan de stijl, muzikaliteit, rolbegrip (karakter) en het dansgevoel.
In AD 2 zijn de pas de deux-lessen vooral gericht op het leren van pas de deux-repertoire uit de 19e, 20e en 21e balletten, met name die in de uitvoering van Het Nationale Ballet.
Concrete leerdoelen
De student:
- ontwikkelt kennis van partnerwerk en kracht (mannen, coördinatie, begrip om samen te dansen en leert moeilijke pas de deux uit te voeren.
- toont een gevoel voor dans dat breder is dan de klassieke ballettaal.
- kan een volledige pas de deux uitvoeren van een avondvullend ballet.
- toont kennis van verschillende stijlen en ontwikkelt een persoonlijkheid in dansstijlen.
- heeft begrip en kennis van partneringtechniek en kan dit fysiek aantonen.
- begrijpt het verband tussen pas de deux, variatie en repertoire lessen en is in staat om deze uit te voeren bij optredens.
- heeft (een zekere) kennis van de verschillende versies die zijn uitgevoerd in verschillende gezelschappen en in de geschiedenis van het klassieke ballet / veranderingen die hebben plaatsgevonden.
Gebruikte methode(n)
In groepslessen leert de student eerst de partneringtechniek en later pas de deux uit het bestaande repertoire.
Gebruikte studiematerialen (vakliteratuur, casestudy's, opdrachten, video's, etc.)
Video's bekijken; optredens bijwonen.
Beoordelingsmethode
Evaluatie en feedback op basis van wat er in de klas is getoond.
Beoordelingscriteria
1) 1, 2, 3, 4, 5
2) 1, 2, 3, 4, 5, 6
3) 1, 2, 3, 4
4) 1
5) 1, 2, 3, 4, 5
6) 1, 2, 3, 4
Opmerkingen
Gekoppeld aan de vakken klassiek ballet, variatie-les en repertoire.