Physical practice bestaat uit een basis danstraining in ritmisch-dynamische dansvormen en (keuze)modules  in gecodificeerde technieken. In de basistraining ontwikkelen studenten de ritmisch-dynamische bewegingskwaliteiten van het lichaam en trainen zij het uithoudingsvermogen. De basistraining wordt gegeven door docenten met een moderne- of urban dansachtergrond. Het dansvocabulaire van deze docenten is eigentijds, fusion en /of hybride.

Studenten kunnen zich bekwamen in stijlvormen door middel van een aantal (keuze)modules in gecodificeerde technieken: codified technique: ballet, jazz, house , hip hop, Acogny.

Het onderwijs wordt gegeven in groepen. De docenten hanteren zowel holistische als analytische werkwijzen. Een holistische werkwijze kenmerkt zich doordat de docent weinig spreekt en uitlegt en focust op het faciliteren van de fysieke ervaring. De student ontwikkelt fysieke vaardigheid door te doen en te beleven. Kenmerkend voor een analytische werkwijze is de verbale instructie en toelichting volgens de richtlijnen van  een stijlmethodiek. Docenten passen verschillende werkvormen toe: demonstratie, instructie, analyse, side-coaching, gesprek, oefening en presentatie. De studenten zijn tijdens de hele les actief. 

Delen