Docent/begeleider
Han-Louis Meijer

Jaar, duur:
AD1 en AD2

Studiebelasting (wekelijks):
90 minuten

Bijdrage aan de competenties
1. Creatief vermogen
3. Probleemoplossend vermogen
4. Communicatief vermogen
5. Vermogen om te groeien en zich te ontwikkelen
6. Vermogen tot samenwerken

Korte beschrijving van de inhoud
Na deze cursus is het voor de student mogelijk om de lesstof te gebruiken als basis voor de noodzakelijke praktische integratie van muziek en dans. De toegenomen kennis van muziekoefeningen zal ook bijdragen aan een betere communicatie met docenten, pianisten of musici in het algemeen. De cursus zal leiden tot een betere relatie tussen artistieke en technische kwaliteiten met betrekking tot de muzikale inbreng.
In het kader van de cursus zal de student ook meerdere malen workshops volgen met en een bezoek brengen aan het Balletorkest (orkest van Het Nationale Ballet en NDT). Door middel van concrete ontmoetingen wordt er een extra laag van praktijkonderwijs toegevoegd.

Leerdoelen
-    Het onderscheiden van artistieke, emotionele en structurele kenmerken in de klassieke muziek, ten behoeve van balletoefeningen en balletvariaties door middel van auditieve training.
-    Onderscheid maken en werken met verschillende dansvormen, inzicht krijgen in compositorische structuren.
-    Het auditief leren onderscheiden van alle orkestrale instrumenten, inclusief inzicht in de speelwijze.
-    Constructief bezig zijn met ritmische differentiatie

Studiemateriaal (vakliteratuur, casestudy's, opdrachten, video's, etc.)
- De student krijgt een muzikale historische caleidoscoop van 1640 tot 1973. Componisten komen aan bod in hun culturele en muzikale ontwikkeling. De inhoud van de muzikale informatie wordt geleverd door beeld- en geluidsmateriaal dat door de docent wordt meegenomen. Per componist wordt een fragment gegeven met de belangrijke informatie over werk en stijlperiodes met hun kernmerken.
- De informatie moet de student in staat stellen om de werken van verschillende componisten te onderscheiden en te beargumenteren.
- Ook wordt aandacht besteed aan het analyseren en benoemen van verschillende dansvormen. De dansvormen lopen van 1600 [barok] tot 1960 [rock and roll]. Dit zal ook ondersteund worden door beeld- en geluidsfragmenten.
- Ook de onderscheiding van de muziekinstrumenten komt aan bod.
- Er zal aandacht besteed worden aan het isoleren van verschillende individuele klanken, zowel solo als in ensembleverband. Als jonge professionele danser is basiskennis van instrumenten en hun klank of speeltechniek een absolute must. Demonstratie van diverse instrumentalisten en beeld- en geluidsmateriaal maken deel uit van dit onderwerp. Hiervoor zijn concertbezoeken nodig.

De studenten hebben geen werkboek. Zij ontvangen van de docent studiemateriaal voor elk onderwerp met de nodige informatie.

Beoordelingsmethode
- De begrippen muziekgeschiedenis, verschillende dansvormen, maat/ ritme, melodie/harmonie, tempo/dynamiek worden besproken en getoetst aan de hand van voorbeelden (schriftelijke toets).
- Het begrip ritme wordt volledig ontleed en in praktijk gebracht. De student zal zijn eigen ritmes moeten maken door middel van oefeningen, beginnend met het ritme tot zelfstandige ritmische variaties, die onafhankelijk van elkaar gespeeld moeten worden.

Beoordelingscriteria
1) 2, 5
3) 3, 4
4) 1
5) 1
6) 3, 4

Opmerkingen
Nauw verbonden met alle praktische danslessen waarbij live muziek de lessen begeleidt. Verder is met de nieuwe samenwerking met het Ballet Orkest een hele nieuwe laag toegevoegd; tijdens de eindejaarsvoorstellingen treedt de student op met live muziek van leden van het orkest, waarmee ze het hele jaar door discussies en workshops hebben gehad.

 

Delen