Docent; Lia Witjes-Pool

Jaar, duur
AD1

Studiebelasting (wekelijks)
90 minuten

Bijdrage aan competenties
1. Creatief vermogen
2. Technisch vermogen
3. Probleemoplossend vermogen
4. Communicatief vermogen
5. Vermogen om te groeien en zich te ontwikkelen
6. Vermogen tot samenwerken

Korte samenvatting van de inhoud
Moderne technieklessen bereiden de student voor op neoklassiek en moderner repertoire door een andere woordenschat op te bouwen, met nog steeds de klassieke opleiding van de studenten in het achterhoofd. Enkele doelen voor deze lessen zijn:

Leerdoelen
- dansers aansporen om toegang te krijgen tot hun techniek door middel van beweging, niet door plaatsing.
- concepten fysiek, intellectueel en filosofisch bespreken. Dansers de kans geven om hun fysiek aan te boren vanuit andere gebieden van zichzelf, om zo een totaal-kunstenaar te worden.
- de instrumenten aanleren, geen stappen.
- Met duidelijke intentie demonstreren.
- Betrek de studenten bij hun opleiding, inspireer hen om te investeren in het proces van dans als een ambacht. Vraag hen door middel van toegewezen taken dit proces mondeling en schriftelijk te delen, en creëer zo zelfbewustzijn in hun ontwikkeling, persoonlijke doelen en prestaties.
- Verwacht uitmuntendheid van elke danser. Leer de dansers uitmuntendheid van zichzelf te verwachten. Leer hen te werken, door het vinden van nuance in hun beweging en artisticiteit.
- De danstechniek uitleggen op basis van de wetenschap van het menselijk lichaam zoals we die vandaag de dag begrijpen. Vermijd de techniek uit te leggen op basis van esthetiek of voorkeur.
- Toon empathie en mededogen. Geef les aan de persoon, niet aan het talent.
- Bouw een omgeving op waarin iedereen verantwoordelijkheid neemt voor zijn of haar rol. Creëer leiderschap zonder hiërarchie en nodig studenten en begeleiders uit om deel te nemen aan een functionele dialoog zodat iedereen wordt ondersteund, gehoord en aangespoord om op hun best te zijn.
- Structuur - Begin de les met communicatie en erken elke student. Laat studenten weten waar ze naartoe werken, niet dat het een gokspelletje of een onduidelijk pad wordt. Introduceer elke dag nieuwe ideeën om oude concepten te ondersteunen en eindig met oudere ideeën om de leerlingen een gevoel te geven iets bereikt te hebben. Eindig met reflectie.

Werkwijze
De student krijgt materiaal en repertoire aangereikt in groepslessen en wordt gevraagd hierop te reflecteren zoals aangegeven in de leerdoelen.

Studiemateriaal (vakliteratuur, casestudy's, opdrachten, video's, etc.)
Geen. Wel moet de student worden uitgedaagd om verder onderzoek te doen naar andere stijlen, choreografen en gezelschappen

Beoordelingsmethode
Evaluatie en doorlopende feedback en feedback door middel van mondelinge en schriftelijke verslagen

Beoordelingscriteria
1) 1, 2 3, 5
2) 1, 2, 3, 4
3) 1, 2, 3, 4
4) 1
5) 1, 2, 3, 4, 5
6) 1, 2, 3, 4

Opmerkingen
Koppelingen naar Repertoiretoiretoire lessen.

 

Delen