Tijdens de afstudeerfase gaan studenten minimaal drie maanden stagelopen bij één of meerdere dansensembles. De stage bestaat uit het assisteren bij het realiseren van een professionele productie en het dansen in een serie voorstellingen. Kenmerkend voor een stage is dat studenten zelfstandig (maar wel onder begeleiding) in de beroepspraktijk werken en leren. De stagiair moet niet alleen worden begeleid in zijn/haar werk, maar de aandacht moet ook gericht zijn op het leeraspect. De student is zelf verantwoordelijk voor het vinden van een stage door deel te nemen aan de audities, maar wordt daarbij wel bijgestaan door medewerkers van de Nationale Balletacademie. 

De voorbereiding op het stageprogramma begint in het eerste en tweede studiejaar met een introductieprogramma en een cursus over zakelijke aspecten die relevant zijn voor een professionele danskunstenaar. Dit omvat het opstellen van een CV, het schrijven van een goede sollicitatiebrief, een arbeidscontract, etc. Tijdens deze zakelijke oriëntatie maken studenten kennis met de site www.beroepkunstenaar.nl, de digitale FAQ voor jonge professionals van de AHK. 

Mede op basis van de richtlijnen in de stagegids wordt van de studenten verwacht dat zij een individueel stageplan schrijven met daarin ook een voorstel voor de stageperiode. Het stageonderdeel van het studieprogramma kan op verschillende manieren worden gerealiseerd. Zo kunnen studenten bijvoorbeeld één lange of verschillende kortere stages lopen. Bovendien kunnen ze deelnemen aan een uitwisselingsprogramma met andere dansopleidingen in Nederland of in het buitenland. 

Een aantal bijzondere studenten wordt gekozen voor het eerste jaar (stagejaar) van de Junior Company en dit zal dan dienen als stageplaats.

De stagebegeleider bezoekt, waar mogelijk, de stagiair minimaal één keer op de stageplaats om zijn/haar ontwikkeling te bespreken of anderszins regelmatig contact te hebben. Tijdens deze gesprekken is ook de stagebegeleider van het stage-ensemble aanwezig. De stagebegeleider zal ook een optreden bijwonen (buitenlandse stages onder bepaalde voorwaarden). Na afloop van de stage schrijft de student een verslag dat door de stagebegeleider wordt geëvalueerd.  
 

Delen