Titel cursus
Repertoire

Naam docent/begeleider
Grigory Chicherin, Nathalie Caris, Laurence Korsenti, Rinat Gizatuline, Ernst Meisner

Periode, duur
BA1/2/3, 3 jaar,

Studiebelasting
4,5 uur per week  

Bijdrage aan de competenties 

1.    Creerend vermogen
2.    Ambachtelijk vermogen
3.    Onderzoekend en reflectief vermogen
4.    Vermogen tot groei en vernieuwing
7.    Vermogen tot samenwerking

Korte samenvatting van de inhoud
In de repertoire les leert de student bestaand repertoire uit het werkveld. 
Dit kan gelinkt zijn aan de variatie en pas de deux lessen. 
Repertoire wordt zo veel mogelijk gekozen uit wat Het Nationale Ballet danst en kan verschillen van delen uit de avondvullende klassieke balletten tot 20e eeuws en hedendaags repertoire. 
Het is de bedoeling dat de student een begrip ontwikkelt van hoe er in een gezelschap gewerkt wordt door het instuderen van een een groepsdans, een stuk corps de ballet. 
De student leert verschillen van stijl, begrijpt de herkomst en achtergrond van klassieke balletten en is zich bewust van verschillende versies gechoreografeerd door verschillende choreografen. Er kan gekozen worden om bewust een andere versie dan die van Het Nationale Ballet in te studeren om verschillen te laten zien. 
De student leert in de repertoire les samenwerken en onderdeel uitmaken van een corps de ballet en tevens hoe een balletmeester of repetitor de balletten zal instuderen in het werkveld. Soms kan een choreograaf bij de les langs komen om zijn versie van een repertoire stuk in te studeren/te reprteren. 
Hedendaags repertoire kan verschillen van werk van choreografen zoals George Balanchine, William Forsythe, Hans van Manen, Rudi van Dantzig, Toer van Schqyk, Ted Brandsen en David Dawson tot jonge choreografen die gelieerd aan Het Nationale Ballet zijn. Bovendien kan er repertoire van andere gezelschappen zoals Introdans, Scapino en NDT worden aangeleerd.
In deze les komen weer alle technische vaardigheden uit de klassieke les en de pas de deux les samen en wordt de student geacht de klassieke vaardigheden toe te kunnen passen. 

Concrete leerdoelen
De student:
ontwikkelt kennis van repertoire uit de grote klassieke balletten en ook neo-klassiek en modern repertoire van Het Nationale Ballet en andere gezelschappen en choreografen
laat zien dat hij een verbinding kan maken tussen de in de klassieke les geleerde elementen en deze kan toepassen in repertoire en tevens begrip van stijl en rol (karakter) heeft
kan goed samenwerken in een groep en heeft begrip van hoe een corps de ballet groepsdansen instudeert. 
toont aan een gevoel voor verschillende stijlen te hebben en persoonlijkheid in dansstijlen te ontwikkelen
is in staat verschillende muzikale ritmes, coördinatie en bijpassend idioom te herkennen, benoemen en actief te gebruiken 
heeft begrip van en onderzoek gedaan naar verschillende versies van avondvullende balletten en is zich bewust van verschillende interpretaties door hedendaagse choreografen
kan goed meedansen in een aangeleerd repertoire stuk en kan zichzelf op technische aspecten die in de klassieke les aangeleerd zijn corrigeren

Gebruikte werkvorm(en)
In groeps lessen leert de student materiaal en repertoire. Verder onderzoeksopdrachten naar verschillende versies, choreografen en stijlen.

Gebruikt studiemateriaal (vakliteratuur, cases, opdrachten, video’s etc.)
Opdrachten: Repertoire kennis opdoen van verschillende versies van de klassieke balletten door zelfonderzoek (internet en DVD’s), koppelen aan muziekgeschiedenis en dansgeschiedenis. 

Wijze van beoordeling toetsvorm
evaluatie en feedback naar aanleiding van presentatie 

Beoordelingscriteria 
1)   1, 2, 3, 4, 5 
2)   1, 2, 3, 5, 6
3)   1, 3, 5, 6
4)   1, 2, 3, 4
7)   1, 2, 3, 4

Opmerkingen over bijvoorbeeld samenhang en volgtijdelijke eisen in het licht van het totale programma of andere opmerkingen
Hangt samen met kennis die wordt opgedaan in het vak dansgeschiedenis en ook muziektheorie wat betreft ontwikkeling van begrip van verschillende stijlen en bijpassend ritmes, etc. 
 

Delen