Titel cursus
Pas de Deux

Naam docent/begeleider
Grigory Chicherin, Rinat Gizatuline

Periode, duur
BA1,2,3 

Studiebelasting 
3 uur per week 

Bijdrage aan de competenties 
1.    Creerend vermogen
2.    Ambachtelijk vermogen
7.    Vermogen tot samenwerking

Korte samenvatting van de inhoud 
De pas de deux les in het BA programma bouwt voort op het vak Supported Adage in de Vooropleiding. 
In Supported Adage hebben mannelijk en vrouwelijke studenten voor het eerst de basis principes van partneren geleerd binnen het klassieke balletidioom geleerd. In de Pas de Deux les van BA1 wordt dit uitgebreid, de oefeningen moeilijker en leren de studenten grote liften zodra de jongens hier genoeg kracht voor hebben ontwikkelt in het vak krachttraining. 
In BA1 richt de les zich vooral op het ontwikkelen van techniek van het partneren door middel van oefeningen en langere combinaties. 
Er kan in de loop van BA1 een begin worden gemaakt met het aanleren van bestaande pas de deux uit avondvullende klassieke balletten. Hierdoor leert de student de opgedane ervaring van de lessen toe te passen in bestaand repertoire en net als in de variatie en repertoire les een link te leggen naar het vakgebied en ook een gevoel voor stijl, muzikaliteit, begrip van rol (karakter) en dansgevoel toe te passen.
In BA2 en BA3 is de pas de deux les voornamelijk gericht op het leren van pas de deux repertoire uit 19e, 20e en 21e balletten, met name die in de versie van Het Nationale Ballet. 

Concrete leerdoelen
De student:
ontwikkelt kennis van partnerwerk en kracht (jongens) en coördinatie en begrip om gezamenlijk te dansen en moeilijke pas de deux uit te voeren 
laat een gevoel voor dans zien dat breder is dan de klassiek ballettaal
kan aan het eind een pas de deux uit een avondvullend ballet uitvoeren
toont aan een gevoel voor verschillende stijlen te hebben en persoonlijkheid in dansstijlen te ontwikkelen
heeft begrip en kennis voor samenwerken met de partner en kan dit fysiek laten zien 
begrijpt de verbinding tussen pas de deux, variatie en repertoire lessen en is in staat deze uit te voeren op voorstellingsmomenten
heeft (een bepaalde) kennis van de verschillende versies die in verschillende gezelschappen en in de geschiedenis van het klassiek ballet zijn uitgevoerd/veranderingen die hebben plaatsgevonden. 

Gebruikte werkvorm(en)
In groeps lessen leert de student eerst partner materiaal en later pas de deux uit bestaand repertoire. 

Gebruikt studiemateriaal (vakliteratuur, cases, opdrachten, video’s etc.)
Opdrachten: Video’s kijken, voorstellingsbezoeken. 

Wijze van beoordeling toetsvorm
evaluatie en feedback naar aanleiding van presentatie 

Beoordelingscriteria 
1)   1, 2, 3, 4, 5 
2)   1, 2, 3, 5, 6
7)   1, 2, 3, 4

Opmerkingen over bijvoorbeeld samenhang en volgtijdelijke eisen in het licht van het totale programma of andere opmerkingen
Hangt samen met de vakken klassieke balletles, variatieles en repertoire. 
 

Delen